kunst, tuinen en een prachtig klooster
Museum Catharijneconvent Utrecht
Ons wedstrijdvoorstel voor de uitbreiding van het museum neemt het middeleeuwse kloosterensemble als uitgangspunt. De ruimtelijke schoonheid van het klooster staat centraal en verrijkt de museale beleving. De museale zonering wordt nauwkeurig afgestemd op de natuurlijke condities van de bestaande panden. Enkele met voorzichtige hand toegevoegde bouwvolumes van hout en baksteen zorgen voor de gewenste vernieuwing en extra ruimte. De nieuwbouw is tijdloos en duurzaam en kan samen met het bestaande ensemble (liefst heel) oud worden.
locatie: | Utrecht, binnenstad |
ontwerp: | wedstrijd/eindronde met 5 ontwerpteams, 2022 |
installatietechnisch advies: | Jan Piet van der Weele |
beelden: | KSA, met speciale dank aan Mia Barnard, Ewout de Bleser en Teun van Dillen |
publicatie: | https://architectenweb.nl/nieuws/artikel.aspx?ID=51590 |
Een complexe ontwerpopgave
Museum Catharijneconvent, hét museum voor religieuze kunst in Nederland, is gevestigd in een kloostercomplex in de binnenstad van Utrecht. Het museum heeft behoefte aan meer zichtbaarheid, grotere multifunctionele ruimtes en eigentijdse bezoekersfaciliteiten. Vijf geselecteerde ontwerpteams werkten aan gevoelige onderwerpen en legden een complexe technische, ruimtelijke en logistieke puzzel. Doorslaggevend voor de beslissing voor het winnende ontwerpvoorstel bleek de vraag hoe een hedendaags museum zichzelf door middel van architectuur wil onderscheiden, welke beeldtaal men hierbij gepast (en spectaculair genoeg) vindt en hoe nieuwe interventies op een duurzame en verantwoorde manier kunnen bijdragen aan het ervaarbaar maken van het bestaande monument. Op deze vraag gaven de ontwerpteams (Caruso StJohn, Cruz Ortiz, HCVA, KAAN en KSA) fundamenteel verschillende antwoorden.
Ensemble
Het museum is een gevarieerd ensemble dat bestaat uit verschillende karakteristieke panden, tuinen en terrassen die samen zorgen voor een rijk en ruimtelijk geheel met complementaire kwaliteiten. Ons voorstel is erop gericht de karakterverschillen van bestaande en nieuwe ruimtes te benutten, de verschillende ruimtes en bouwdelen op een betekenisvolle manier met elkaar te verbinden en in te zetten voor het verhaal dat het museum wil vertellen.
In onze ogen vormt het klooster het grootste bezit en belangrijkste tentoonstellingsobject van het museum, maar dit bijzondere gegeven is thans nauwelijks waarneembaar. In de huidige opstelling gaan de historische ruimtes schuil achter museum-technische toevoegingen zoals verduisteringen, karakterloos stucwerk en voorzetramen. Ons voorstel is erop gericht de schoonheid, patina en gelaagdheid van het kloostercomplex deel uit te laten maken van een integrale museale ervaring.
Verhalen
Museum Catharijneconvent is een plek waar mensen komen om verhalen te horen, te lezen, te zien, te ervaren en uit te wisselen. Hierbij gaat het evenzeer om introspectie en het gesprek als om de aangeboden inspiratie en informatie. De opeenvolging van gebouwen en tuinen vormt hierbij een eigen verhaallijn die naast de tentoonstellingen en de collectiepresentatie betekenis heeft.
We hechten daarom veel waarde aan de zintuigelijke beleving van nieuwe en bestaande ruimtes, aan de akoestiek, de tactiliteit van toegepaste materialen, de kwaliteit van daglicht, kunstlicht en uitzichten. Hiernaast is er in nieuwe en bestaande ruimtes gelegenheid tot verblijf en ontmoeting.
Weiterbauen aan het klooster
Aan weerskanten van het klooster voegen we twee nieuwe gebouwen toe, het 'Stadspand' en het 'Tuinhuis'. Binnen het klooster completeren we de driezijdige pandgang door een nieuwe noordvleugel, ter vervanging van de bestaande glazen brug.
De drie eigentijdse toevoegingen hebben ieder een verbindende functie, tussen klooster en stad, tussen klooster en tuin en tussen klooster en grachtenpand. In alle nieuwbouwvleugels worden binnen- en buitenruimtes op elkaar betrokken en maken uitzichten en daglicht deel uit van de architectuur.
De nieuwbouwvolumes zijn met hun karakteristieke kleurstelling, fraaie hoge ruimtes, houten plafonds en kapstructuren geïnspireerd op de oudbouw. Tegelijkertijd zijn ze mede door hun duurzaam materiaalgebruik en royale raamopeningen onmiskenbaar eigentijds.
Verbinding van stad en klooster
Het nieuwe entreegebouw aan de Lange Nieuwstraat voegt zich als vanzelfsprekend in het Utrechtse stadsweefsel. Het presenteert zich als deel van de straat en opent zich met grote etalages naar de stad.
De dubbele kap refereert aan de oorspronkelijke bebouwing uit de 16e eeuw. Tegelijkertijd zorgen de abstracte vormgeving van de rode baksteengevel en de bijzondere dakhuid van keramische leien voor een beeld dat zich subtiel onderscheidt van zijn alledaagse buren.
Het relatief ondiepe volume heeft een opvallende voordeur, overhoekse etalageramen en een fraai vormgegeven poort die vooral gebruikt wordt voor kunsttransporten.
Zonering met ruimte voor vele bezoekers
Een bezoek aan het museum zien we als een integrale ervaring waarbij de beleving van ruimtes en tuinen, het geconcentreerde bezoek van exposities en ontspanning elkaar afwisselen.
We delen het gebouwencomplex op in verschillende ruimtelijke, mentale en klimatologische zones. De zonering valt bewust niet volledig samen met een opdeling van programmaonderdelen en eventuele ‘betaalgrenzen’.
In de open zone staat de ruimtelijke ervaring van binnen- en buitenruimtes door alle bezoekers voorop en zijn de klimatologische condities afgestemd op het karakter van de historische ruimtes.
In de verschillende tentoonstellingszones zijn de klimatologische condities afgestemd op het tentoonstellen van gevoelige kunstwerken.
Open zone- pandgang en tuin
Foyer, kennismaking en beleving voor iedere bezoeker
Voor alle bezoekers fungeert de gehele pandgang als de belangrijkste ontvangst-, ontsluitings-, oriëntatie- en ervaringsruimte, met nieuwe en bestaande doorgangen naar de tuin en de refter.
Pandgang noord, een nieuwe vleugel: loggia aan de tuin
Aan de noordkant maken we de cirkel rond door een nieuwe noordvleugel toe te voegen die zorgvuldig in de bestaande architectuur is ingepast. De vleugel heeft een ruimtelijke en logistieke betekenis.
De nieuwe kloostertuin: paradijselijk centrum van het museum
Zoals in elk klooster is de kloostertuin het ruimtelijke en symbolische centrum. Een nieuwe beplanting en zitplekken zorgen ervoor dat de centrale betekenis van de tuin door alle bezoekers ook daadwerkelijk wordt beleefd.
Flexibiliteit en karakter
Het grachtenpand is geschikt voor één, twee of drie verschillende tentoonstellingen tegelijkertijd. Elke verdieping heeft bijzondere kamers met uitzicht op de gracht, telkens een ‘tuinkamer’ met toegang tot een nieuwe serre en tussenin neutrale, meer dienstbare ruimtes die voor elke tentoonstelling anders kunnen worden ingericht.
Het landingsplein vormt de schakel tussen zone ‘open’, de ruimtes voor de collectiepresentatie en de tentoonstellingen.
Een Tuinhuis in het binnengebied
Aan de oostkant van het klooster bouwen we een volume met enkele kap: het Tuinhuis. Het gebouw presenteert zich als zelfstandige eenheid tussen klooster en grachtenpand. De ruimte op de begane grond doet dienst als multifunctioneel ‘landingsplein’ met infobalie. De ruimte heeft openslaande deuren en uitzicht op terras en tuin. Ze kan zelfstandig worden gebruikt of als verlengstuk van de tentoonstellingsruimte. De bestaande buitenwanden van klooster en kerk en het royale uitzicht op de historische gevels en de tuin bepalen het interieur.
De bijzondere zolderruimte op de verdieping is bestemd voor de collectiepresentatie. Ingekaderde uitzichten op kathedraal en tuin maken deel uit van de museale ervaring.